-
1 afslijten
1 [de buitenste delen doen verliezen] wear (off/down) ⇒ rub off/away♦voorbeelden:1 [de buitenste delen verliezen] wear out/off/away♦voorbeelden:1 door de golfslag slijten die oevers voortdurend af • the banks are continually being eroded by the waves -
2 uitputten
v. exhaust, deplete, drain off, drain, impoverish, work out, overwork, overdo, wear out, wear, wear down, wear off, sap, prostrate -
3 afschaven
2 [door sterke schuring wegnemen] wear away ⇒ graze 〈 met betrekking tot huid〉, skin 〈 met betrekking tot huid〉♦voorbeelden:2 het vel van zijn hand afschaven • skin/graze one's hand1 [door schaven verdwijnen] wear off -
4 overgaan
2 [gaan van de ene plaats naar de andere] move (over)3 [van eigenaar veranderen] transfer, pass5 [bevorderd worden] move up6 [veranderen in] change, convert ⇒ turn7 [beginnen met, gaan gebruiken] 〈 beginnen met〉 move on to, proceed to, turn to; 〈 gaan gebruiken〉 change (over) (to), switch (over) (to)9 [in een andere stand gebracht worden] switch (over) 〈 wissels〉; 〈 in werking gebracht worden〉 be activated, go; ring 〈 van een bel〉♦voorbeelden:de brug overgaan • go over/cross (over) the bridge3 van vader op zoon overgaan • pass (down)/be handed down from father to sonvan de vierde naar de vijfde klas overgaan • move up from the fourth to the fifth formovergaan van vaste in vloeibare vorm • turn from solid into liquid formovergaan tot de orde van de dag • proceed to the order of the daytot de aanval overgaan • take the offensive, (begin to) attackovergaan tot de aanschaf van/het gebruik van … • start buying/using …overgaan tot strenge maatregelen • (decide to) take firm stepstot handelen overgaan • proceed to actiontot daden overgaan • take actionvan het ene op het andere onderwerp overgaan • switch (about) from one subject to anotherdie regenbui/het schandaal zal wel overgaan • that shower of rain/the scandal will blow over -
5 uitwerken
♦voorbeelden:een idee uitwerken • develop an ideauitgewerkte plannen • detailed plans1 [zijn volle werking hebben] wear off ⇒ 〈geen kracht meer hebben; meestal voltooide tijd〉 have spent one's force, have exhausted one's strength, 〈 van hout〉 be seasoned, 〈 van vulkaan〉 become extinct2 [uitgisten] stop fermenting, be fermented♦voorbeelden: -
6 de pijn zal wel overgaan
de pijn zal wel overgaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de pijn zal wel overgaan
-
7 kant-en-klaar
1 ready-made, instant 〈 voedsel〉; ready-to-wear, off the peg 〈 kleding〉 ⇒ 〈 gereed voor gebruik〉 ready-to-use, ready for use♦voorbeelden:geen kant-en-klare oplossing hebben • have no cut-and-dried solution/no quick and easy answer -
8 slijten
1 [doen afnemen in massa/sterkte/bruikbaarheid] wear (out)2 [door wrijving/gebruik veroorzaken] wear4 [verkopen] sell♦voorbeelden:1 [minder worden in massa/sterkte/bruikbaarheid] wear (out)♦voorbeelden: -
9 afrijden
1 [vertrekken] drive off/away ⇒ ride off/away 〈 te paard〉, leave 〈 bus, trein〉, depart 〈 bus, trein〉3 [rijexamen afleggen] take/do one's driving test♦voorbeelden:2 een heuvel afrijden • ride/drive down a hillII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [afmatten] ride/drive (too) hard5 [door veel/wild rijden doen slijten] wear out♦voorbeelden:1 de hele stad afrijden • ride/drive all over town -
10 aftrappen
1 [sport] kick off♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [wegtrappen] kick away/off2 [met een trap iets afbreken] kick off3 [fietsend afleggen] pedal away4 [verslijten] wear out♦voorbeelden: -
11 maat
I 〈de〉2 [eenheid] measure3 [gematigdheid] moderation♦voorbeelden:in belangrijke mate • to a considerable extentin niet geringe mate • to no small extent/degreeextra grote maten • outsizesin hoge mate • greatly, highly, to a great degree, to a large extentincourante maten • off-sizesin meerdere of mindere mate • to a greater or lesser extentin ruime mate • in great measurein toenemende mate • increasingly, more and morein voldoende mate • sufficientlyin welke mate …? • to what extent/degree …?in zekere mate • to a certain extent/degreede maat van iets bepalen/nemen • measure something, take the measurements of somethingmaat elf hebben/dragen • take/wear (a) size elevenwelke maat hebt u? • what size do you take?iemand de maat nemen • take someone's measure(ments)neem maar een maat groter • try a size bigger/larger〈 figuurlijk〉 onder de maat blijven • not come up to scratch/expectationsiets op maat snijden/zagen • cut/saw (down) to sizematen voor droge en natte waren • dry and liquid measureszij weten geen maat te houden • they don't know where to draw the linealles met mate • everything in moderation(geen) maat kunnen houden • be (un)able to keep time〈 figuurlijk〉 in/uit de maat lopen • march in time/out of time, (not) keep stepop de maat van de muziek dansen • dance to the (beat of the) musictegen de maat in • against the beatuit de maat zijn • be off one's stroke, be out of timeII 〈 de (mannelijk)〉 -
12 aflopen
1 [+ op] [zich begeven naar] make for3 [met betrekking tot wekkers] go off4 [wegstromen] run/flow down5 [naar beneden lopen] run/go/walk down6 [zich naar beneden uitstrekken] slope (down/away)♦voorbeelden:dit jaar loopt het huurcontract af • the lease expires this yearen daar is de zaak mee afgelopen • and that's the end of the matterde operatie is goed afgelopen • the operation was successfulhet verhaal liep goed af • the story had a happy endinghet loopt af met hem • he is sinking fast/is near the endniet van je plaats aflopen • not leave your placeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [verslijten] wear out♦voorbeelden:in hoeveel tijd kan men die weg aflopen? • how long does it take to walk it? -
13 hart
1 [spier, hartstreek; innerlijk gemoed] heart2 [gezindheid, vriendschap] heart4 [als voedsel; iets met hartvorm] heart♦voorbeelden:in de grond van mijn hart • in my heart of heartsuit de grond van zijn hart • from the bottom of one's hearthij is een jager in hart en nieren • he is a hunter in heart and soulde stem van zijn hart volgen • follow (the voice of) one's heartmet hart en ziel • with all one's heart, with heart and soulzich met hart en ziel wijden aan iets • put one's heart and soul into something, devote one's heart and soul to somethingmet een gerust hart • with an easy mindhet komt uit een goed hart • it's meant wellhet heilig hart • the Sacred Hearteen zwak hart hebben • have a weak heartiemands hart breken • break someone's heart〈 figuurlijk〉 ik hield mijn hart vast • my heart missed a beat, my heart was in my mouth〈 figuurlijk〉 je houdt je hart vast bij de gedachte dat • it's just too awful to think what might happen ifmet kloppend hart • with pounding heart〈 figuurlijk〉 het hart klopte hem in de keel • his heart was in his throat/mouthje kunt je hart ophalen • you can enjoy it to your heart's contenthaar hart stond even stil/sloeg over • her heart missed a beatzijn hart uitstorten • pour out/unburden/open one's heart (to someone)zijn hart aan iemand verloren hebben • have lost one's heart to someonezijn hart aan iets verpanden • lose one's heart to somethinghet aan het hart hebben • have a heart conditioniemand na aan het hart liggen • be very dear to someone hearthet gaat mij toch aan het hart • it really touches medat gaat hem aan het hart • it (really) hurts/grieves him(diep) in zijn hart hield hij nog steeds van haar • in his heart (of hearts) he still loved herdat is een man naar mijn hart • he's a man after my heartiets op zijn hart hebben • have something on one's mindiemand iets op het hart drukken • impress something on someone('s mind)zeg maar wat je op het hart hebt • get it off your chesthet hart op de tong hebben/dragen • wear one's heart on one's sleevemet de hand over het hart strijken • show mercyvan zijn hart geen moordkuil maken • make no disguise of one's feelingsdat moet mij toch van het hart • I just have to get this off my chest〈 spreekwoord〉 waar het hart van vol is, loopt de mond van over • what the heart thinks, the tongue speaksiemand geen kwaad hart toedragen • bear someone no ill williets een warm hart toedragen • be well disposed towards somethinghart voor een zaak hebben • have one's heart in a matterde harten van de mensen veroveren • capture people's hearts3 heb het hart eens! • don't you dare!, just you try it!iemand een hart onder de riem steken • hearten someone, buck someone uphet hart zonk hem in de schoenen • he lost heart, his heart sank into his bootsde schrik sloeg hem om het hart • his heart missed a beat/was in his mouth5 in het hart(je) van de stad wonen • live in the heart/centre of the cityiets van ganser harte doen • do something wholeheartedlyhet ging niet van ganser harte • it was only halfheartedlyiets niet over zijn hart kunnen verkrijgen • not find it in one's heart to do somethingiets ter harte nemen • take something to heartdat gaat mij zeer ter harte • I have that very much at heartvan harte gefeliciteerd • my warmest congratulationshij deed het, maar het ging niet van harte • he did it, but his heart wasn't in it -
14 uitlopen
• to feed out• to open into• to run out• to slow down• to taper off• to wear away -
15 afschrijving
1 [het afboeken] debit2 [handel, industrie] 〈 op vaste activa〉 depreciation ⇒ write-down, write-off, 〈 op immateriële activa〉 amortization3 [bewijs van afschrijving] debit notice4 [afmelding] (letter/notice of) cancellation♦voorbeelden:verplichte afschrijvingen • statutory write-downsvoor afschrijving op de machines • for depreciation of the machines -
16 dun
♦voorbeelden:een dun laagje beschaving • a thin varnish/veneer of civilizationeen dun laagje ijs • a glaze of iceeen dun straaltje water • a (thin) trickle of waterde lucht werd dunner • the air became rarerdunner (en dunner) worden/maken • become/make thinner (and thinner); 〈 slijten〉 wear thin; 〈 sterk afnemen〉 become emaciated4 dunne ontlasting hebben • have a watery/soft stooleen dunne stem • 〈 figuurlijk〉 a thin/small voicehet dunne van het brouwsel wordt weggegoten • the liquid of the mixture is poured offII 〈 bijwoord〉2 [in dunne/vloeibare toestand] thinly♦voorbeelden:zich te dun kleden • dress too lightly -
17 scheeflopen
1 [door lopen scheef maken] wear out/down on one side♦voorbeelden:1 [dreigen te mislukken] go wrong -
18 schoen
1 shoe♦voorbeelden:twee paar schoenen • two pairs of shoeslage/hoge schoenen • shoes, boots〈 figuurlijk〉 de stoute schoenen aantrekken • screw up/pluck up one's couragezijn schoenen aantrekken • put on one's shoeszijn schoenen poetsen • polish one's shoeszijn schoenen uittrekken • take off one's shoesde schoen zetten • put one's shoe next to the chimney, ±hang up one's (Christmas) stockingstevig in zijn schoenen staan • 〈 figuurlijk〉 be sure of oneself, stand firmik zou niet graag in zijn schoenen willen staan • I wouldn't like to be in his shoesnaast zijn schoenen lopen van verwaandheid • be too big for one's bootszonder schoenen • without shoes〈 spreekwoord〉 wie de schoen past, trekke hem aan • if the cap/shoe fits, wear it〈 spreekwoord〉 men moet geen oude schoenen weggooien eer men nieuwe heeft • don't pour out the dirty water before you have clean -
19 staart
3 [achterste, onderste gedeelte] tail (end)♦voorbeelden:met de staart omhoog • with its tail upmet de staart kwispelen • wag its tail〈 figuurlijk〉 met de staart tussen de benen afdruipen • slink off with one's tail between one's legsde staart van een vlieger • the tail of a kite4 dat muisje/die zaak zal een staartje hebben/krijgen • we haven't seen/heard the last of itdaar is kop noch staart aan te vinden • there's neither head nor tail to it; 〈 niets van te begrijpen〉 I can't make head or tail of it〈 wiskunde〉 deling met/zonder staart • long/short division
См. также в других словарях:
wear\ off — • wear down • wear off • wear away v 1. To remove or disappear little by little through use, time, or the action of weather. Time and weather have worn off the name on the gravestone. The eraser has worn off my pencil. The grass has worn away… … Словарь американских идиом
wear off — • wear off • wear away remove or disappear little by little by use, time or weather The name on the front of my passport has worn off from using it too much … Idioms and examples
wear off — verb 1. deteriorate through use or stress (Freq. 1) The constant friction wore out the cloth • Syn: ↑wear, ↑wear out, ↑wear down, ↑wear thin • Derivationally related forms: ↑wear … Useful english dictionary
wear off — phrasal verb [intransitive] Word forms wear off : present tense I/you/we/they wear off he/she/it wears off present participle wearing off past tense wore off past participle worn off 1) if something such as a pain, an emotion, or a feeling wears… … English dictionary
wear off — verb a) to diminish in effect The effect of the injection will gradually wear off. b) to disappear because of being abraded, over polished, or abused The silver plating on that cheap silverware will wear off … Wiktionary
wear off — phr verb Wear off is used with these nouns as the subject: ↑anaesthetic, ↑effect, ↑enthusiasm, ↑excitement, ↑novelty … Collocations dictionary
wear off — not have as much effect, not affect as much The effects of the drug began to wear off, and the pain returned … English idioms
wear off — Synonyms and related words: ablate, abrade, be all over, be no more, become extinct, become void, blow over, die, die away, erode, expire, fray, frazzle, fret, go out, have it, have its time, lapse, pass, pass away, rub off, run its course, run… … Moby Thesaurus
wear off — PHRASAL VERB If a sensation or feeling wears off, it disappears slowly until it no longer exists or has any effect. [V P] For many the philosophy was merely a fashion, and the novelty soon wore off... [V P] Now that the initial shock was wearing… … English dictionary
wear off — I. (Active.) 1. Obliterate, rub off. 2. Diminish by attrition, rub off. II. (Neuter.) Pass off by degrees or gradually … New dictionary of synonyms
wear off — lose effectiveness or intensity. → wear … English new terms dictionary